climate TESLA MODEL X 2020 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TESLA, Model Year: 2020, Model line: MODEL X, Model: TESLA MODEL X 2020Pages: 277, PDF Size: 7.43 MB
Page 120 of 277

• Schakel Bespaarmodus in om automatisch
het v ermogen te beperken dat de climate
control gebruikt om de temperatuur van
de batterij en het interieur te regelen.
Bespaarmodus schakelt ook de
signatuurverlichting uit (indien aanwezig)
en past de koppelverdeling tussen voor-
en achteras aan om het bereik te
optimaliseren (zie De actieradius
vergroten op pagina 101).
Regeneratief remmen
Regeneratief remmen kan worden beperkt als
de batterij te koud is. Naargelang u verderrijdt,
wordt de batterij opgewarmd en neemt het
regeneratieve vermogen toe (zie Regeneratief
remmen op pagina 90).
Opmerking: Beperkt regeneratief remmen kan
worden voorkomen als u uw auto voldoende
laat voorverwarmen of als u Gepland vertrek
gebruikt voordat u vertrekt, zoals eerder
vermeld.
Pictogram met blauwe sneeuwvlok Er wordt een pictogram met een
blauw
e sneeuwvlok weergegeven
op het instrumentenpaneel als
een deel van de opgeslagen
energie in de batterij mogelijk
niet beschikbaar is vanwege een
lage batterijtemperatuur. Dit deel
van de niet beschikbare energie
wordt blauw weergegeven op de
batterijmeter. Regeneratief
remmen, acceleratie en
oplaadsnelheden zijn wellicht
beperkt. De sneeuwvlok
verdwijnt wanneer de batterij
voldoende is opgewarmd.
De batterij verwarmen vóór superchargen
Als u gebruikmaak
t van Trip Planner (zie Trip
Planner op pagina 181) en naar een
Supercharger-station rijdt, gebruikt uw auto
bij koude weersomstandigheden energie om
de batterij voor te verwarmen. Hierdoor
bereikt u de Supercharger met een optimale
batterijtemperatuur, zodat de oplaadtijd wordt
verkort.
Autopilot
Houd de sensoren en de radar vrij van sneeuw,
ijs, modder en vuil voor een optimale werking
van Autopilot (zie Over Autopilot op pagina
121). Na het rijden
Laa
t de Model X aangesloten op een
stroombron als u de auto niet gebruikt.
Hierdoor wordt het oplaadsysteem gebruikt in
plaats van de batterij zelf om de batterij te
verwarmen (zie Batterij-informatie op pagina
208).
Gepland vertrek
Als de auto is geparkeerd, sluit u de Model X
aan en stelt u een tijdstip in waarop uw auto
klaar moet zijn voor vertrek. De auto bepaalt
dan zelf het meest geschikte tijdstip om te
beginnen met opladen, zodat dit voltooid is en
het interieur en de batterij zijn voorverwarmd
op de ingestelde vertrektijd. Zie Gepland
opladen en Gepland vertrek op pagina 213
voor meer informatie.
Laadpoort
• Als de vergrendeling van de laadpoort vastvriest en een oplaadkabel vast komt
te zitten in de laadpoort, probeer dan de
oplaadkabel met de hand los te maken.
Zie Laadkabel handmatig ontgrendelen op
pagina 211.
• Gebruik de mobiele app om uw auto voor te verwarmen met de stand HI om het ijs
op de vergrendeling van de laadpoort te
laten smelten zodat de oplaadkabel kan
worden verwijderd of aangesloten (zie
Mobiele app op pagina 204).
Opmerking: Als de vergrendeling van de
laadpoort is vastgevroren, kan dit ertoe leiden
dat de oplaadkabel niet wordt vergrendeld als
deze wordt aangesloten. AC-opladen is dan
nog mogelijk, maar dit gaat langzamer
wanneer de vergrendeling loszit.
Opslag
Als u de Model X gedurende langere tijd
parkeert, sluit deze dan aan op een laadpunt
om verlies van nominaal bereik te voorkomen
en de batterij op een optimale temperatuur te
houden. Het is veilig om de auto gedurende
lange perioden te laten opladen.
Wanneer de Model X niet wordt gebruikt,
schakelt deze automatisch over naar de
slaapstand om bereik en energie te besparen.
Controleer de status van uw auto minder vaak
via de mobiele app. Dit zorgt er namelijk voor
dat de auto automatisch uit de slaapstand
wordt gehaald en het normale energieverbruik
wordt hervat. 'Best practices' bij koude weersomstandigheden
Rijden
119
Page 171 of 277

Climate control
Ov
erzicht Climate control
De bedieningselementen van de climate control worden permanent weergegeven aan de
onderzijde van het touchscreen. Om de climate control in te schakelen, tikt u op het
aanjagerpictogram of past u de temperatuur in het interieur aan. Om de climate control uit te
schakelen, tikt u eerst op het aanjagerpictogram en daarna op de uitschakelknop dicht bij het
midden van het pop-upvenster.
Standaard is de climate control ingesteld op Auto; dat zorgt voor een optimaal comfort onder alle
normale weersomstandigheden. Als u de temperatuur in het interieur in de instelling Auto aanpast,
past het systeem automatisch de verwarming, de airconditioning, de luchtverdeling en de
aanjagersnelheid aan om de door u gekozen temperatuur in het interieur te handhaven. Om de
instelling Auto uit te schakelen, tikt u op het aanjagerpictogram, schakelt u de instelling Auto uit
en past u de instellingen handmatig aan (zie De climate control-instellingen aanpassen op pagina
172). Als u de individuele instellingen handmatig hebt aangepast, kunt u ook te allen tijde
teruggaan naar Auto door op AUTO op het pop-upvenster van de climate control te tikken.
Opmerking: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van
de voertuigopties, de softwareversie, het land van bestemming en de instellingen kan de
informatie op het touchscreen enigszins afwijken. 1.
De s
toelverwarming heeft drie instellingsniveaus, van 3 (hoogste) tot 1 (laagste). Wanneer de
stoelverwarming is ingeschakeld, toont het bijbehorende stoelpictogram draaiende lijnen die
rood worden om het instellingsniveau aan te geven. Als er geventileerde stoelen aanwezig zijn,
verschijnt er een pop-upvenster dat u in staat stelt tussen verwarming en koeling te schakelen.
Bij koeling worden de draaiende lijnen blauw.
Opmerking: Indien de Model X is voorzien van achterstoelen met stoelverwarming en/of het
optionele koudweerpakket, kunt u de stoelverwarming, de verwarmde ruitenwissers en het
verwarmde stuur ook bedienen door eerst op het aanjagerpictogram en daarna op de tab
voor de stoelen te tikken.
2. Tik op de pijl omhoog of omlaag om de temperatuur in het interieur te wijzigen. Tik op SYNC
in het pop-upvenster dat verschijnt als u op het pijltje tikt. Op deze manier kunt u de
temperatuur voor bestuurder en passagier instellen. Als u dezelfde temperatuur aan beide
zijden toepast, wordt er slechts één temperatuurinstelling weergegeven. Tik opnieuw op SYNC
om afzonderlijke temperatuurinstellingen voor de bestuurder en passagier weer te geven.
3. Tik op het aanjagerpictogram om de climate control in te schakelen en de instellingen
handmatig aan te passen aan uw persoonlijke voorkeuren (zie De climate control-instellingen
aanpassen op pagina 172). Houd het aanjagerpictogram ingedrukt om de climate control snel
uit te schakelen. Als uw auto is uitgerust met het optionele koudweerpakket, tikt u op het
betr e
Page 172 of 277

4.
De voorruitverwarming leidt een luchtstroom naar de voorruit. Tik een keer om de voorruit te
ontwasemen (het pictogram wordt blauw). Tik een tweede keer om de voorruit te ontdooien
(het pictogram wordt rood en de verwarming en aanjager werken op de maximale stand). Tik
een derde keer om uit te schakelen en de luchtverdeling, verwarming en aanjager terug te
zetten op de vorige instellingen. Zie 'Best practices' bij koude weersomstandigheden op
pagina 118 voor meer informatie over het voorbereiden op lage temperaturen.
5. Tik hier om de achterruitverwarming in te schakelen. Als de climate control is ingeschakeld,
wordt het pictogram rood. Na 15 minuten wordt de achterruitverwarming automatisch
uitgeschakeld. De buitenspiegels worden ook verwarmd wanneer de achterruitverwarming is
ingeschakeld. Attentie: Om v
erbranding bij langdurig gebruik te voorkomen, moeten mensen met
aandoeningen aan het zenuwstelsel of een verminderde gevoeligheid voor pijn vanwege
diabetes, leeftijd, neurologische problemen enz. extra voorzichtig zijn bij het gebruik van de
climate control en de stoelverwarming.
Opmerking: De clima
te control wordt gevoed door de hoogspanningsbatterij. Dat betekent dat
langdurig gebruik van deze systemen de actieradius kan verminderen. Climate control
Touchscreen gebruiken
171
Page 173 of 277

De climate control-instellingen aanpassen
Om individuele ins tellingen aan te passen aan uw persoonlijke voorkeuren, tikt u op het
aanjagerpictogram onder in het touchscreen om toegang te krijgen tot de individuele climate
control-instellingen. Als de Model X is voorzien van zes of zeven stoelen, verschijnt er ook onmiddellijk onder het
bo
venstaande venster een balk met bedieningselementen voor climate control achterin. Zie
Bedieningselementen voor climate control achterin (alleen modellen met 6 of 7 zitplaatsen) op
pagina 173.
Als de Model X in stand P (Parkeren) staat, wordt naast de weergegeven instellingen ook de
instelling Climate control aan houden, Dog-modus en Kampeermodus getoond als u op het
aanjagerpictogram tikt (zie Climate control aanhouden, Dog-modus en Kampeermodus op pagina
174).
1. De snelheid van de aanjager wijzigen.
Opmerking: Als de aanjagersnelheid wordt gewijzigd, kan de instelling van de manier waarop
lucht wordt aangezogen in de Model X veranderen om de luchtstroom te verlagen of te
verhogen. Als u bijvoorbeeld de aanjagersnelheid op de hoogste waarde instelt terwijl de
luchtcirculatie is ingesteld om buitenlucht aan te zuigen, schakelt de instelling mogelijk naar
recirculatie om de luchtstroom te verhogen.
2. Tik hier om de climate control uit te schakelen en het pop-upvenster van de climate control te
sluiten.
Opmerking: Het pop-upvenster wordt ook gesloten als u op de kaart tikt, de mediaspeler of
een app kiest of een bedieningsvenster opent, zelfs indien de climate control is ingeschakeld.
3. Schakel de airconditioning in of uit. Als u de airconditioning uitschakelt, neemt het koelen af,
maar bespaart u energie.
4. Regel de luchtstroom in het interieur (voorruit, ventilatieroosters in het dashboard,
ventilatieroosters in de voetenruimte). U kunt meer dan één locatie kiezen.
Opmerking: Wanneer lucht naar de voetenruimte wordt gestuurd, stroomt nog steeds
ongeveer een derde van de lucht uit de ventilatieroosters van de voorruit om te helpen
voorkomen dat deze beslaat. Wanneer de lucht echter naar de ventilatieroosters in het
dashboard wordt geleid, stroomt er geen lucht naar de voorruit omdat de door de
ventilatieroosters in het dashboard stromende lucht ook helpt bij het ontwasemen van de
voorruit. Climate control
172 Handleiding Model X
Page 175 of 277

Climate control aanhouden, Dog-
modus en K
ampeermodus
Met de instellingen Climate control aan
houden, Dog en Kamperen kunt u de climate
control ingeschakeld houden wanneer de auto
is geparkeerd, zelfs als u de Model X verlaat of
als u er voor kiest in de auto te blijven. Deze
instellingen zijn handig wanneer het belangrijk
is de temperatuur in het interieur te
handhaven bij hete of koude
weersomstandigheden. Als u bijvoorbeeld
boodschappen achterlaat in de Model X op
een warme dag, kunt u Keep Climate On
gebruiken om te voorkomen dat ze bederven.
Met de Dog-modus blijft het interieur
aangenaam voor uw huisdier en wordt de
huidige temperatuur in het interieur ook
weergegeven op het touchscreen, zodat
passanten kunnen zien dat uw huisdier niet uit
de auto hoeft te worden bevrijd.
Met de Kampeermodus kunt u uw
elektronische apparatuur voeden via de USB-
poorten en de 12V-aansluiting, naast het
handhaven van de temperatuur in het interieur.
Het touchscreen blijft ingeschakeld. U kunt
dus uw muziek afspelen, op internet browsen,
spellen spelen in de arcade, of shows in Tesla
Theater bekijken. U kunt ook media en
instellingen van de climate controle bedienen
vanaf een gekoppelde telefoon. De
Kampeermodus is ideaal wanneer u in de auto
blijft, zoals kamperen of bij een kind blijven.
Opmerking: In de Kampeermodus zijn de
bewakingsmodus en het alarmsysteem van de
auto uitgeschakeld.
Om Climate control, Dog-modus of
Kampeermodus te bedienen:
1. Schakel naar de stand P (Parkeren). De
instellingen Climate control aan houden,
Dog en Kamperen zijn alleen beschikbaar
wanneer de Model X in de stand P
(Parkeren) staat.
2. Stel de climate controle in, indien nodig.
3. Tik op het aanjagerpictogram en
vervolgens op Climate control aan
houden, Dog of Kamperen.
Opmerking: Het batterijniveau moet ten
minste 20% bedragen om Climate control aan
houden, Dog-modus of Kampeermodus te
kunnen activeren. Het climate control-systeem handhaaft uw
clima
te-instellingen totdat u in een andere
stand dan Park schakelt of deze handmatig
uitschakelt. Als het batterijniveau daalt tot
onder 20%, stuurt de mobiele app van Tesla u
herhaaldelijk herinneringen om te controleren
wat u in de Model X hebt achtergelaten.
De volgende keer dat u met de Model X gaat
rijden, blijft het climate control-systeem
werken met de instellingen van uw vorige rit.
Opmerking: Software-updates kunnen niet
worden uitgevoerd wanneer Climate control
aan houden, Dog-modus of Kampeermodus
actief is.
Opmerking: De inbraaksensor (indien
aanwezig) wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer Climate control aan houden, Dog-
modus of Kampeermodus actief is. U kunt dit
echter overrulen en de inbraaksensor
ingeschakeld houden. Dit doet u door te
tikken op Bediening > Veiligheid en
beveiliging > Hellingshoek / Interieur detectie
nadat Climate control aan houden, Dog-
modus of Kampeermodus is ingeschakeld.
Houd er echter rekening mee dat wanneer u
de inbraaksensor ingeschakeld laat wanneer
Climate control aan houden, Dog-modus of
Kampeermodus actief is een alarm kan
worden geactiveerd door luchtverplaatsing in
het interieur. Attentie: U k
unt de climate control ook op
afstand instellen met behulp van de
mobiele app. Als u echter de het climate
control-systeem uitschakelt met de
mobiele app, stopt de werking van
Climate control aan houden, de Dog-
modus en de Kampeermodus. Attentie: V
oorkom het gebruik van
Climate control aan houden, de Dog-
modus of de Kampeermodus wanneer het
batterijniveau laag is. Als u een hond of
ander huisdier achterlaat in de Model X,
dient u uw telefoon bij u te dragen en
moet de mobiele Tesla-app actief zijn. Zo
kunt u de temperatuur in het interieur
proactief bewaken. Voor de veiligheid en
het comfort van alles en iedereen in uw
auto, dient u altijd voldoende
netwerkdekking te hebben om meldingen
te kunnen ontvangen en op tijd terug te
zijn bij de Model X wanneer de werking
van de climate control stopt. Op warme
dagen kan de temperatuur binnen enkele
minuten tot een gevaarlijke hoogte
stijgen. Climate control
174 Handleiding Model X
Page 177 of 277

• Het climate control-systeem werkt het
bes te als u de ruiten dichthoudt en ervoor
zorgt dat het rooster onder de voorruit
vrij is van bladeren, sneeuw e.d.
• In een vochtige omgeving kan de voorruit bij het inschakelen van de airconditioning
een beetje beslaan, dat is een normaal
verschijnsel.
• Als u de Model X parkeert, kan zich een klein plasje water onder de auto vormen.
Dit is een normaal verschijnsel. Overtollig
water afkomstig van het
ontvochtigingsproces wordt aan de
onderkant afgevoerd.
• Om de temperatuur in het interieur te verlagen bij warme weersomstandigheden
kan het zijn dat de aanjager blijft draaien
om het interieur te ventileren wanneer de
auto is geparkeerd. Dit gebeurt alleen
wanneer het batterijniveau hoger is dan
20%. Climate control
176 Handleiding Model X
Page 195 of 277

Instellingen alarminstallatie
Ov
er de alarminstallatie
Als de Model X geen sleutel in de directe
nabijheid detecteert en er wordt een portier of
de achterbak geopend, klinkt een alarm en
gaan de koplampen en de richtingaanwijzers
knipperen. Druk op een willekeurige toets van
de sleutel om het alarm uit te schakelen.
Tik op Bediening > Veiligheid en beveiliging >
Alarmsysteem om het alarmsysteem
handmatig in of uit te schakelen. Indien
ingeschakeld, activeert de Model X het alarm
een minuut nadat u bent uitgestapt, de
portieren zijn vergrendeld en geen geldige
sleutel is gedetecteerd.
Als uw Model X is uitgerust met het optionele
veiligheidspakket, gaat een sirene met
batterijen af wanneer een vergrendeld portier
of een vergrendelde achterbak wordt
geopend terwijl de Model X geen sleutel in de
buurt detecteert. Als de instelling
Hellingshoek / Interieur detectie is
ingeschakeld, klinkt de sirene met batterijen
ook als de Model X beweging in het interieur
of het verplaatsen of optillen van de auto
detecteert (bijvoorbeeld met een takelwagen
of krik). Tik op Bediening > Veiligheid en
beveiliging > Hellingshoek / Interieur detectie
om het systeem voor takel- en inbraakdetectie
in of uit te schakelen.
Opmerking: Vergeet niet Hellingshoek /
Interieur detectie (indien aanwezig) uit te
schakelen als u iets wat beweegt in de
Model X achterlaat. Bij detectie van beweging
in het interieur van de Model X wordt het
inbraakalarm geactiveerd.
Opmerking: Het Alarmsysteem moet
ingeschakeld zijn om Takelen/inbraak te
kunnen inschakelen.
Opmerking: De inbraaksensor wordt
automatisch uitgeschakeld in situaties waarin
de climate control in werking is nadat u uw
auto hebt verlaten (zie Climate control
aanhouden, Dog-modus en Kampeermodus
op pagina 174). Als u dit wilt voorkomen, kunt
u de inbraaksensor handmatig weer
inschakelen nadat u Climate control aan
houden, Dog-modus of Kampeermodus hebt
geselecteerd (tik op Bediening > Veiligheid en
beveiliging > Hellingshoek / Interieur
detectie). Pincode voor rijden
Om de be
veiliging te verhogen, kunt u
instellen dat er pas met de Model X kan
worden gereden nadat een 4-cijferige pincode
(persoonlijk identi